Uitdaging of probleem?

Hoe je woordgebruik mensen kan verlammen en een verandering blokkeert!

We kennen het allemaal, iemand die naar je toe komt en zegt dat hij een uitdaging voor je heeft. Je weet direct wat er bedoeld wordt: “er is een lastige situatie en het is aan jou om deze op te lossen”. Hoe anders zou het zijn als dezelfde persoon naar je toe zou komen en vertellen dat hij een probleem heeft? Wat zou dan je reactie zijn? Wanneer wij met klanten werken en er in de groep iemand zegt “… dan hebben wij een probleem”, is mijn eerste reactie “Mooi!”. Vaak krijg ik dan een heel verbaasde blik, want men is zo’n reactie niet gewoon. Die verbazing is fijn, want dat geeft mij de kans om het uit te leggen.

Zowel in België als in Nederland kijken we graag naar de overzijde van de Noordzee. We hebben te maken met Britse invloeden in muziek, entertainment en taalgebruik. En die laatste merk je direct in gesprekken. Leuk is “nice” geworden. En ongemakkelijk is nu “awkward!”. Overigens met een uitroepteken want het wordt meer gebruikt als stopwoord. Keer het eens om en gebruik “ongemakkelijk!” als stopwoord, dat is pas echt awkward!

Maar het is niet alleen het woordgebruik ook het Britse understatement is in ons taalgebruik geslopen. En daarmee is de stap gezet om een probleem niet meer te benoemen als een probleem. Het wordt verpakt als een uitdaging. Overigens is dit niet een recente gebeurtenis. We hebben al jaren geen problemen meer, maar slechts uitdagingen. Het is verworden tot een vorm van aangeleerd gedrag: “ik heb een probleem. Oh nee, dat mag je niet zeggen. Ik heb een uitdaging”. Hoe vaak hoor je dat niet zeggen of gebruik je het zelf als uitspraak?

Waar komt het begrip “uitdaging” vandaan? Even een korte zijstap. Je daagt iemand uit om iets speciaals te doen. De uitgedaagde heeft de keuze om de uitdaging aan te gaan of niet. Historisch gezien: hij pakt de handschoen op – en gaat de uitdaging aan – of niet. Het is een keuze. 

Met het verzachten van de situatie. Door het woord “probleem” eufemistisch te vervangen door “uitdaging” krijg je al een andere reactie. Het gedrag van mensen is niet dat wat je eigenlijk voor ogen hebt. De kern is toch dat je een oplossing zoekt voor het probleem, niet? Kijk eens naar de volgende zinnen en bedenk wat je reactie daarop is:

  • Oei, dan heb ik een uitdaging….
  • Oei, dan heb ik een probleem….

Wanneer iemand tegen je zegt dat hij een uitdaging voor je heeft, roept dit eerder een passief gedrag op bij jou. Een uitdaging gaat tenslotte over een keuze die de ander gemaakt heeft en waar hij nu een oplossing voor zoekt. Succes daarmee! Maar wanneer iemand zegt dat hij dan een probleem heeft, geeft dat een sterker signaal af van een (nog passieve) hulpvraag. Waardoor wij, als sociale wezens, wij eerder de reactie plaatsen van “kan ik je ergens meehelpen”. Zelfs nog zonder dat er een werkelijke vraag om hulp gesteld is.

Nog los van het feit dat strikt genomen iemand een uitdaging niet hoeft aan te gaan. Dan moet je het maar een opdracht noemen of een hulpvraag stellen, heeft het woord uitdaging dus iets vrijblijvends in zich. Wanneer je dit taalgebruik hanteert weet de ander eigenlijk niet goed wat te doen. Vanuit hiërarchie zal de reactie waarschijnlijk wel zijn dat hij de taak wel gaat doen. Maar er is geen gevoel van noodzaak opgenomen. Dat wil zeggen dat er een zweem van vrijblijvendheid overheen zit. Je weet dus niet wanneer de taak gedaan zal zijn.

Voor de samenwerking is de uitdaging ook niet iets dat je wilt. De uitdaging is van iemand anders, dus waarom zou jij dan meewerken. De richting waarin je een probleem probeert om te buigen is een oplossing. In het geval van een probleem is het makkelijker en duidelijker om een hulpvraag te stellen om samen aan de oplossing te werken. Steeds vaker hoor je ook dat iemand het voorstel wil “challengen”. Ook hier spreekt een vorm van kritiek op het voorstel. In plaats van aan te geven voor welk deel iemand nog problemen ziet, wordt het verpakt als challenge. Deze onduidelijke manier van communiceren werkt verlammend voor de ontvanger en is funest voor de voortgang van het project.

Het communiceren (het 3de blok van het model 9 Building Blocks for Connection) is cruciaal voor de dynamiek van het team. Niet alleen om de juiste informatie te delen en elkaar bij de les te houden. Maar zeker ook om elkaar te blijven steunen en te motiveren. Een probleem? Dat lossen we samen op! Noem het beestje bij zijn naam. Of zoals we hier in België zeggen: “je moet een kat een kat noemen”. Want zeg nou zelf: “Houston, we have a problem!” is toch anders dan “Houston, we have a challenge!”. Let bij je taalgebruik zeker ook op het eufemisme van het woord “ambitieus”. Geef aan wanneer een plan geen kans van slagen heeft in plaats van te zeggen dat het een ambitieus plan is. Wees eerlijk en transparant. Probeer niet te verbloemen wat je eigenlijk wilt zeggen. Er zijn al genoeg jaknikkers in de wereld.

Overigens kun je als team wel degelijk een uitdaging hebben. Je kunt met elkaar de uitdaging aangaan om een heel ambitieus plan uit te voeren. Maar dan kies je samen ervoor om de handschoen op te pakken en zet je alles op alles om het bijna onmogelijke te bereiken. In dit geval is het een eigen keuze om het te doen! Wil je meer weten over hoe het juiste taalgebruik je team en je projecten kan versterken? Bel gerust met mij of Mirjam. Wij helpen jullie graag verder.

Fijne dag!

Edwin

 

Image

Meer over communiceren

Meer over adviseren

Audiobook - abonnement via Buzzsprout

Deel dit bericht